Doe het voor het te laat is

Dit artikel heb ik in ons kerkblad geplaatst nadat wij vertrokken waren. Ik kreeg er een aantal reacties op terug, en dacht dat het nuttig zou zijn om het ook hier te plaatsen.

Bij deze dus:

Bij het nemen van afscheid (die zie je ook als iemand zijn of haar levenseinde nadert) worden woorden uitgesproken die normaal gesproken niet klinken. Soms zijn dat woorden van vergeving vragen en verlenen, vaker zijn dat woorden van dank en waardering. En verhalen worden verteld over wat je met elkaar hebt meegemaakt.

Vaker in deze weken had ik de gedachte – ik wou dat ik dit al eerder had mogen horen (of zeggen). Als je verteld wordt wat je voor een ander betekent dan is dat buitengewoon opbouwend. Wanneer je dat zelf aan een ander doet, levert dat grote zegen op.

Waarom wachten we tot dit soort bijzondere momenten voordat we onder woorden brengen wat we voor elkaar betekenen? De Bijbel roept ons veelvuldig op om dat te doen, en iedereen die het doet, in welke omstandigheden dan ook, ervaart hoe kostbaar het kan zijn.

Probeer daar wat meer aan te denken in dit nieuwe jaar. Gewoon voor de mensen om je heen, in je dagelijkse leven. Neem de tijd om over na te denken wat ze voor je betekenen, en laat dat dan ook weten, in een vorm die bij jou past. Laat elkaar aangedane pijn niet onbesproken blijven.

En al helemaal als het gaat om voorgangers, ambtsdragers, leiders van de clubs, Bijbelklassen en crèche, beheerders, commissieleden en dergelijke in de gemeente. Ze geven veel voor de gemeente en het kan zo bemoedigend en opbouwend zijn als ze af en toe horen hoe hun inzet gewaardeerd wordt.

Doe het maar gewoon.

Ik kan je uit eigen ervaring vertellen dat het geweldig is.


Een bericht uit Philadelphia

Hier wonen wij met Ben & Ramona

Vandaag markeert vijf weken van ons Amerikaanse avontuur. Tijd om er even wat over te schrijven. Niet zozeer reflecterend, meer als verslag, maar reflectie zal zeker tussen de regels door klinken.

De eerste week stond geheel in het teken van familiefeesten. Op donderdag vierden we Thanksgiving, en op zaterdag was er een open huis ter gelegenheid van de 80ste verjaardag van mijn vader. Wij hebben veel tijd doorgebracht met onze eigen kids en kleinkids, en tijdens het open huis mochten we – weliswaar vluchtig – een grote groep oude bekenden ontmoeten.

Wat bij mij zich geheel aan het zicht van anderen onttrekt is de draaimolen in m’n hoofd. Die draaide op volle toeren. Welke auto moeten we kopen? Woonruimte? Ziektekostenverzekering? Bankrekening? Enz. Enz.

Internet is daar een geweldig middel voor, alleen je loopt het risico er constant mee bezig te zijn, omdat het er altijd is. Dat doet je rust geen goed. Maar goed, het zij zo.

Woonruimte is inmiddels gevonden. Klik hier voor foto’s. Wat erg leuk is, wij kennen de eigenares een beetje. Zij verhuist omdat zij ging trouwen, waardoor ze bereid is eea achter te laten in de woning voor ons. Het huis raakte niet verkocht, en wij mogen dus voor maar 6 maanden huren, om ons de tijd te geven ons wat verder te oriënteren. Wij hebben echt het gevoel dat we hiermee elkaar kunnen helpen, en dat is een van de dingen die voor ons belangrijk is als we ons leven hier inrichten.

De auto is ook gevonden – uiteindelijk hebben we voor de Toyota Prius (hybrid) gekozen, een tweedehandsje. Erg leuk om deze auto te leren kennen, en op deze manier ook mee te doen aan zorg voor het milieu e.d. Wij realiseren ons dat er allerlei vragen te stellen zijn rond zo een auto – of het uiteindelijk zoveel scheelt – maar goed. De keus is gemaakt.

De andere zaken zijn ook ondertussen min of meer geregeld. Al met al gaat het voorspoedig, zonder al te grote verrassingen of tegenvallers. Die zullen wel komen, maar tot nu toe zijn we gespaard gebleven.

Wij proberen de ‘core values’ van duurzaamheid, milieubewust zijn, leven in gemeenschap en zuinig zijn vast te houden. Dat is mogelijk (lijkt wel), niet altijd even makkelijk.

De bekende stereotypen over Amerika blijven geldig, maar je kunt ook, uiteraard, verder kijken. Dan ontdek je veel meer. Bijvoorbeeld, van de week ontbeet ik met een vriend (of moet ik ‘bekende’ zeggen?) die 80 is. Het was zo een opbouwende, boeiende ontmoeting met iemand van wie ik veel kan leren, en hij ook van mij. Het begin van een mooie vriendschap, hoop ik.

En er is veel aandacht hier voor gezond leven, fit worden en blijven. Restaurants waar je gezond en lekker kunt eten schieten als paddestoelen uit de grond. Ook de ‘coffee shop’ (een andere betekenis dan in NDL) waar je rustig de hele middag kunt blijven zitten (en internetten/werken) wordt zeer populair.

Over het kerkelijk leven valt ook wat te schrijven. Wij zijn naar en gemeentestichingsproject in Philadelphia geweest – een gemeente die vol zat met jong professionals. Ik heb een conferentie bijgewoond, een duik in de wereld van blank, evangelisch christendom. En een voorstelling van de Messiah in een fantastisch oud, mooi en grote kerk. En ik dacht toen ik weg ging: stel je voor dat je hier eea zou proberen te veranderen…..

Deze afgelopen week reden we naar Georgia, om de kerstweek door te brengen met Sarah, Aaron en de jongens. Dit is voor het eerst dat we bij hen deze feestdagen doorbrengen, en we ervaren het als heel bijzonder, ook de kerkelijke activiteiten die erbij horen. Een totaal andere omgeving dan Heemstede, wat ook verfrissend werkt.

Op 29/12  wordt onze jongste zoon 30, en op 30/12 verhuizen we naar ons nieuwe huis. Wij zullen geen vuurwerk kunnen kopen en afsteken, maar dat deden we in Nederland toch niet…

Dat was het zo een beetje voor nu. Zoals je kunt merken, we zijn dankbaar voor hoe alles tot nu toe gegaan is. Wij kijken terug op een paar mooie en bijzondere maanden, en we kijken vol verwachting vooruit.

Met een hartelijke groet uit Philadelphia, en de allerbeste wensen voor een goed, gezond en gezegend 2012!

Uit onze voordeur links kijkend

De dwarsstraat


Een stuk advies – fwiw

Het nemen van afscheid en de voorbereidingen om te vertrekken zijn in volle gang.

Het is een interessant proces om te volgen, en mijn vrouw en ik proberen het heel bewust en ook samen te beleven.

Natuurlijk reflecteer je ook terug op alles wat gebeurd is, en dat is ook boeiend. Stemt tot blijheid, ook weleens tot (weemoedige) vragen.

Laatst werden we gevraagd een stuk ‘advies’ te geven aan voorgangers en kerken die we hier achter laten. Dat is, natuurlijk, niet iets wat je zomaar doet. Wie zijn wij? Maar het was een vertrouwde omgeving, we voelden ons veilig en we konden ook iets bedenken.

Mijn gedachte was het volgende: er wordt nu veel gesproken over missionair gemeente zijn. De aard van de gemeente is missionair, de kerk moet haar missionair zijn, roeping en taak uitdragen. De conferentie van vorige week in Berlijn met, o.a., Keller en Paas, was daar een voorbeeld van.

Maar – hier komt ie – als de voorganger zelf geen niet-kerkelijk vrienden heeft, zijn of haar leven niet met mensen buiten de kerkelijke kringen deelt, niet in staat is tijd vrij te maken in de agenda om contacten mogelijk te maken en vriendschappen op te bouwen, dan zal er weinig van terecht komen in de gemeente.

De voorganger heeft hier een voorbeeldfunctie. En dat niet alleen. Pas als jij zelf geworsteld hebt met hoe authentiek christen te zijn met gewone mensen in de gewone wereld, zal je in staat zijn je gemeenteleden daarin toe te rusten.

Het is niet zo moeilijk. Iedereen kan het. Het enige wat nodig is om er tijd voor vrij te maken in de agenda, en dan ook werkelijk lid te worden van de club of vereniging; samen een biertje te pakken, een weekendje te gaan wandelen, samen op vakantie te gaan, of whatever.

Het advies van mijn vrouw was nog eenvoudiger: vergeet niet de vreugde op te zoeken in wat je doet en waar je mee bezig bent.

Alsjebleift.

(fwiw= for what it’s worth)


Boekpresentatie

Gisterenavond werd mijn boek, Samen Sterker: zoals men ijzer scherpt met ijzer, zo scherpt een mens zijn medemens, gepresenteerd.
Paul Abspoel van Ark Media was er, plus de mensen van de Bijbel In in Haarlem, waar de presentatie gehouden werd.
Plus nog ongeveer 25 mensen. Het was erg gezellig, en natuurlijk een heel bijzondere ervaring. Heel hartelijk dank aan allen!
Hier wat foto’s:








Stay hungry. Stay foolish.

Gisteren twitterde iemand aan mij:

De iMessiah is dood, de huisartsen konden niet helpen en 98 miljard houdt Mammon op de been.

Tja, de iMessiah.

De dood van Steve Jobs heeft grote impact gehad in de wereld, zijn leven nog meer. Daar is geen twijfel over mogelijk. (Iemand anders twitterde: dit is de derde appel die de wereld veranderde, na die appel van Eva en die van Newton.)

Filmpjes en citaten van hem duiken overal op, mensen raken weer geïnspireerd, ontroerd, weemoedig en uitgedaagd.

Zijn woorden “Stay Hungry. Stay Foolish”  raken mij, in ieder geval. Ik dacht over na hoe je deze woorden kunt vertalen, en toen dacht ik aan Jezus’ woorden in de Bergrede:

Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.

Hungry in die zin van het woord, bedoelde Jobs. Dat je ergens naar verlangt, je zet je ervoor in, je gaat ervoor. Je bent niet tevreden tot het doel bereikt is.

En bij foolish moest ik denken aan Paulus zijn woorden in zijn brief aan de gemeente in Korinthe:

Maar wat in de ogen van de wereld dwaas is, heeft God uitgekozen om de wijzen te beschamen;

Blijf je hongeren, blijf je in de ogen van de wereld een dwaas –  juist dán kan je iets bereiken, in Gods Koninkrijk dat de wereld is.

De iMessiah was niet volmaakt. Hij had zijn tekortkomingen (men vertelt dat hij een tiran was op het werk), en je kunt je vragen stellen bij veel wat hij en zijn Apple deden en doen.

Maar met deze uitspraak sloeg hij de spreekwoordelijke spijker op z’n kop.

Stay hungry. Stay foolish.

iMessiah? Het licht van de Messiah scheen wel door hem heen.

Waar hebben de Messiah en de iMessiah het nu over, denk je?

(geschreven op een iMac)


Welke weg leidt naar het Paradijs?

Vorige week was ik in Krakau, voor een congres van SIETAR Europa. SIETAR staat voor  Society for Intercultural Education, Training and Resource.SIETAR is een internationaal netwerk, met afdelingen in veel landen van de wereld.

Het thema van het congres was:  Interculturalism Ahead: Transition to a Virtual World?, voor mij een zeer interessant onderwerp. Aanwezig waren ongeveer 300 mensen uit heel Europa en de wereld, coaches, trainers, wetenschappers. Ik mocht een workshop houden over het thema: Is online coaching real coaching? Ik heb voor de workshop wetenschappelijk onderzoek naar online psychotherapie gedaan gedurende de afgelopen 12 jaar door de UvA. Klik hier voor mijn visuele presentatie.

Maar daarom schrijf ik nu niet.

Op vrijdagochtend hield Dr. Janusz Wiśniewski een lezing over de geschiedenis van het internet en de impact daarvan op onze moderne samenleving. Op zich een boeiend onderwerp.

Waar hij mee begon vond ik nog boeiender: met de vraag ‘Welke weg leidt  naar het Paradijs?’

Hij noemde drie momenten in de geschiedenis (van de westerse samenleving) als piketpaaltje, om aan te geven hoe we op verschillende manieren antwoord gaven (geven) op die vraag:

  • 1000 na Chr.: Onze zielen moeten gered worden (door gebed)
  • 1800 na Chr.: Een samenleving zonder klassen (revolutie)
  • 2010 na Chr. De aarde, onze planeet, moet behouden worden (duurzaamheid)

Zijn samenvatting: Van het redden van onze zielen naar het redden van onze planeet….

Het zijn dit soort handvatten die mooi gebruikt kunnen worden als we met anderen nadenken en praten over de wereld, de zin van het leven, enz.

Je kunt denken aan vragen als:

  • Klopt dit een beetje?
  • Hoe kan je concreet zien dat er voor een weg naar het Paradijs gekozen wordt?
  • Wat is jouw antwoord op deze vraag? Hoe wordt dat concreet in je leven?

Leuk om voor jezelf over na te denken, maar ook met anderen op een kring, verjaardag, preekbespreking…..

En nog heel iets anders: Krakau staat natuurlijk bekend als de stad van Paus Johannes Paulus de Tweede. Een artikel in de Wall Street Journal van april 2005 (direct naar de dood van Johannes Paulus) vertelt over zijn reis naar Polen in 1979 en de impact van zijn aanwezigheid en preken daar. Volgens het artikel was het communistisch regime bang dat hij de mensen zouden oproepen tegen het regime in opstand te komen.

Dat deed hij niet. Hij herinnerde het Poolse volk aan Christus als middelpunt van de geschiedenis en het leven:

Is het mogelijk om Christus uit ons leven – privé en openbaar – te verbannen? Je, dat is mogelijk. Wij zijn vrij om nee te zeggen tegen God en Christus.
Maar de belangrijke vraag is: Moeten we nee zeggen? En waarom?
Welke redenen zouden we aanvoeren om nee te zeggen tegen Degene waar we duizend jaar mee hebben geleefd, die het fundament is van onze identiteit…?

En het volk riep als één man:

Wij willen God!

En nog een paar citaten van Paus Johannes Paulus II, niet per se van dit bezoek aan Polen:

Zoals het met het gezin gaat, gaat het met de hele wereld waarin we leven…..
Het grote gevaar voor het gezinsleven, in een samenleving wiens goden genot, comfort en onafhankelijkheid zijn, is dat mensen hun harten sluiten en egoïstisch worden….
Geef je niet over aan wanhoop: Wij zijn het volk van de opstanding, en halleluja is ons lied!

Al met al een zeer leerzaam bezoek aan een indrukwekkende stad!

De 'Brug der Geliefden' in Krakou


Boekpresentatie 11 oktober 2011

Het is bijna zover……noteer 11 oktober alvast in je agenda.

voor een iets groter beeld, klik op het beeld.


Gimme shelter

Afgelopen zondag liet ik deze video zien aan het begin van de dienst.

Keith Richards en Mick Jagger konden best indrukwekkende teksten schrijven…..


Utøya en heldendaden

Met grote aarzeling en voorzichtigheid wil ik met jullie wat gedachten delen over de schietpartij van afgelopen vrijdag op het kamp Utøya in Noorwegen. Want er is een vraag, een gedachte, die mij sinds die dag niet heeft losgelaten. Het blijft bij mij hangen, en ook al zet ik me een beetje schrap voor mogelijke reacties, wil ik het toch aan de orde stellen.

Het was een grote schok toen ik zaterdagochtend wakker werd en las dat de schietpartij meer dan tachtig dodelijke slachtoffers had geëist (dat aantal is nu naar beneden bijgesteld). De hele dag kwamen beelden binnen van hoe het op dat eiland was, hoe de dader op het eiland kwam en zijn actie kon uitvoeren, deels doordat hij als politieagent gekleed was.

En ook de vreselijke verhalen van vooral jongeren die ongewild slachtoffer en getuigen werden van de moordpartij op vrienden en kampgenoten. Hoe ze zich stil moesten houden, en voor dood spelen, soms onder of naast het lichaam van iemand die echt dood was. Hoe ze heen en weer op dat eiland moesten rennen, om uit het bereik van de kogels te blijven. Hoe ze het water in sprongen om te ontsnappen, waarbij sommigen de verdrinkingsdood vonden. Hoe ze belden en sms’ten met vrienden en familie, soms in de wetenschap dat dit het laatste contact met geliefden zou kunnen zijn.

Er zijn geen woorden om uit te drukken hoe vreselijk het was om dat allemaal mee te moeten maken, en het verdriet, de verwarring en verbijstering die achterblijven. Als je die verschrikkingen niet zelf hebt ondergaan, dan hebt je geen recht van spreken als het gaat om hoe iemand tijdens die verschrikkelijke 90 minuten gehandeld heeft.

Misschien geen recht van spreken, maar wel het recht om een vraag te stellen? Misschien. Hier komt mijn vraag dan, toch.

Gegeven dat het één man was die schoot, het een bosachtig eiland is, het duurde bijna 90 minuten voordat de politie de man inrekende, en dat de verhouding 500 tegen 1 was – waarom was er niemand die pogingen ondernam de schutter uit te schakelen?

Snap je waarom ik zo aarzelend ben? Want ik was er niet, ik heb nog nooit van mijn leven zoiets meegemaakt, en ik hoop dat nooit mee te moeten maken. En ik begrijp dat je eerste instinct bij zoiets moet zijn – wegwezen, jezelf beschermen, ervoor zorgen dat je dit overleeft.

De schietpartij in Alphen a/d Rijn van eerder dit jaar duurde een paar minuten, waarna de schutter zelfmoord pleegde. In die korte tijd is geen tijd om iets anders te doen dan, gedreven door een adrenalinerush, jezelf te beschermen.

Op het eiland Utøya duurde de schietpartij meer dan een uur. Jongeren vertellen hoe ze heen en weer renden om te ontsnappen aan de kogels. Maandag op de BBC zag ik een interview met een jongen die, samen met 40 anderen, zich schuil hield in een hutje op het eiland. Hij vertelde dat ze de schutter heen en weer hoorden lopen en schieten. Hij bleef onder een bed liggen, hopend en biddend dat de dader de hut niet zou betreden.

En mijn vraag is: was er niemand die een poging deed de man de tackelen? Zo niet, waarom niet?

Wij kennen het verhaal van Jasper Schuringa, de 32-jarige Amsterdammer die een Nigeriaanse terrorist overmeesterde in een vliegtuig boven de Verenigde Staten. Hij kwam wel in actie. Andere omstandigheden, de loop van een pistool was niet op hem gericht, maar toch.

Er waren, op die vrijdagmiddag op Utøya, meer heldendaden verricht dan je kunt tellen. Sommigen zijn gezien, en er is over verteld. Veel meer worden niet als zodanig opgemerkt, of niet verteld. Maar ik heb er geen enkele twijfel over dat dat er legio waren.

Alleen, deze specifieke heldendaad lijkt te ontbreken. Ik ben benieuwd óf dat zo is, en waarom. [In een artikel over de schutter in de Huffington Post staan deze woorden: Lippestad (de advocaat van Breivik) added that Breivik had expected to be killed before he arrived at the island. “He was a little surprised he succeeded – in his mind succeeded,” the lawyer said. “He was expecting to be stopped earlier by the police or someone else during the actual day. He was surprised that he reached the island.“]

Wat mij bijblijft is niet de vraag: wat zou ik doen als ik zoiets vreselijks zou meemaken? Want ik weet het niet. Ik heb er werkelijk geen idee van. Ik weet dat ik een gewone mens ben, en mijn (lichamelijke) reactie zal een heel menselijke zijn.

Maar ik denk er wel eens over na. Hoe zou dat zijn? Ben ik bereid om over de vliegtuigstoel te springen of met anderen een plan te bedenken voor het geval de schutter het hutje binnen zou komen? Had ik samen met de andere passagiers ‘let’s roll’ geroepen en de cockpit bestormd op United 93 op 11 september 2001?

Ik weet het niet, echt niet. Ik zou wel willen dat ik daartoe in staat zou zijn. Ik denk zelfs dat het antwoord op deze vraag iets zegt over de persoon die je bent. Als de nood aan de man is – voor wie ga ik?

Vandaar dat ik er nu al over nadenk, misschien een beetje als voorbereiding op iets wat ik hoop nooit te moeten meemaken.

Ik ben benieuwd naar jullie gedachten.


Woestijntenten en stenengebouwen

Van woestijntent naar stenengebouw’ stond op de cover van het blad Opbouw dat gisteren bij mij op de mat viel. Opbouw is het opinieblad voor de Nederlands Gereformeerde Kerken.

Die woorden prikkelden mij, omdat ik nu in mijn leven bezig ben met een tegenovergestelde beweging – van stenengebouw naar woestijntent. Het zal, trouwens, meevallen met die woestijn en die tent, maar je snapt me wel.

Deze woorden zijn uitgesproken door een predikant van de NGK aan het eind van de Landelijke Vergadering (Synode) van de NGK die recentelijk gehouden is. Vroeger beleefden de NGK een woestijnperiode, zei de predikant. ‘Nu is dat wel anders. We bewonen geen tenten meer, maar hebben het vaste gebouw van het AKS (de kerkorde van de NGK) betrokken waaraan we deze maanden weer een paar stenen stevig vastgemetseld hebben’.*

Theologie is autobiografie, heb ik jaren geleden geleerd. Mijn eigen levensfase bepaalt nu dus ook hoe ik deze beeldspraak versta. Uiteraard is het hartstikke goed als dingen goed geregeld zijn, en er zijn ook genoeg beelden in de Bijbel die spreken van stenengebouwen die gebouwd worden (Ef 2:19-22, bv).

Een ander Bijbels beeld wordt door Jezus uitgesproken: ‘De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.’ En het hoofdstuk over de geloofshelden van weleer zet een beeld van woestijntochten neer: ‘Ze zwierven rond in schapenvachten of geitenvellen, berooid, vernederd en mishandeld. Ze doolden door verlaten oorden en berggebieden en verscholen zich in grotten en holen onder de grond. Ze waren voor de wereld te goed.’

Het is een spanningsveld, zonder enige twijfel.

En dan al helemaal als je verderop in hetzelfde blad de column van drs. Menko Biewenga leest, waarin hij missionair predikant Arjan Markus citeert uit het blad Kontekstueel (zonder commentaar van hemzelf, trouwens):

Heb je voor gemeenschap een predikant of kerkelijke werker nodig? Niet noodzakelijk, lijkt mij. (…)

Als er geen kerkgebouw meer is, dan worden samenkomsten van de gemeenschap wellicht geen kerkdienst meer in onze klassieke vorm. Is dat erg, of kan het ook zonder? Ik zou het zelf erg missen, maar het kan zonder. Laten we eerlijk zijn: kerkdiensten zijn ook niet de meest ideale vorm om gemeenschap te stichten. (…)

Is er voor onderwijs en de verkondiging een kerkgebouw nodig? Nee, net als gemeenschap kan ook het onderwijs en de verkondiging in een andere ruimte. Is er voor onderwijs en verkondiging een professional als de predikant nodig? Ik denk niet dat de ontsluiting van de traditie en de uitleg van de Schriften en de verkondiging van Gods genade is voorbehouden aan geschoolde theologen.*

Mijn vrouw en ik kiezen er op dit moment voor om verschillende gebouwen achter ons te laten en op reis te gaan. Dat maakt ons niet beter dan een ander, we begrijpen de noodzaak om gebouwen van kwaliteit neer te zetten, en we wensen kerken die zich door Gods Geest geroepen voelen stenengebouwen te bouwen alle zegen toe.

Ik hoop en bid dat die gebouwen straks niet leeg komen te staan. Maar ergens ben ik er niet gerust op.

Ik ben benieuwd naar jullie gedachten!

* Voor de volledigheid: deze predikant voegt er ook aan toe: ‘Overigens speelt het echte leven van de kerk zich niet af op een Landelijke Vergadering, maar thuis, in de plaatselijke gemeenten’.

* Voor de volledigheid: ds Markus pleit wel voor de inzet van academisch geschoolde predikanten – ‘je kunt denken aan rondreizende predikanten, die verbonden zijn aan een grote gemeente met een regiofunctie’.